Genesis 46:32

SVEn die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.
WLCוְהָאֲנָשִׁים֙ רֹ֣עֵי צֹ֔אן כִּֽי־אַנְשֵׁ֥י מִקְנֶ֖ה הָ֑יוּ וְצֹאנָ֧ם וּבְקָרָ֛ם וְכָל־אֲשֶׁ֥ר לָהֶ֖ם הֵבִֽיאוּ׃
Trans.wəhā’ănāšîm rō‘ê ṣō’n kî-’anəšê miqəneh hāyû wəṣō’nām ûḇəqārām wəḵāl-’ăšer lâem hēḇî’û:

Algemeen

Zie ook: Herder, Rund, Schapen

Aantekeningen

En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

הָ

-

אֲנָשִׁים֙

En die mannen

רֹ֣עֵי

zijn schaapherders

צֹ֔אן

-

כִּֽי־

want

אַנְשֵׁ֥י

mannen

מִקְנֶ֖ה

die met vee

הָי֑וּ

zijn

וְ

-

צֹאנָ֧ם

omgaan; en zij hebben hun schapen

וּ

-

בְקָרָ֛ם

en hun runderen

וְ

-

כָל־

en al

אֲשֶׁ֥ר

wat

לָ

-

הֶ֖ם

-

הֵבִֽיאוּ

zij hebben, medegebracht


En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!